1 Bestuurlijke samenvatting

Denkrichtingen bezuinigingsoperatie 2020

Inleiding

Uit de Perspectiefnota 2021-2024 komt een financieel beeld naar voren met twee ‘gezichten’. Aan de ene kant een meerjarenbegroting met zeer grote tekorten; aan de andere kant een weerstandsvermogen waarmee grote tegenvallers opgevangen kunnen worden. Dat laatste betekent niet dat we daarmee uit de problemen zijn. Op de eerste plaats omdat regelgeving niet toestaat dat structurele tekorten incidenteel worden afgedekt. Op de tweede plaats, en belangrijker, omdat opgebouwde reserves, hoe hoog ook, snel minder zullen worden om de voorziene gaten in de jaarbegrotingen te dichten en de aanwas van diezelfde reserves niet onbeperkt en allerminst gegarandeerd zal plaatsvinden.
Kortom, de structurele begrotingsproblemen vereisen een structurele oplossing. Dat betekent stevig schrappen aan de uitgavenkant door bezuinigingen; een forse verhoging van de inkomsten; of een combinatie van beide.

We kennen een dergelijke opgave nog van vorige jaar. Toch zijn ze ook weer niet vergelijkbaar. Juist het feit dat we vorig jaar al stevige maatregelen hebben moeten nemen om de meerjarenbegroting sluitend te krijgen, maakt het voor dit jaar extra lastig. De lucht is vorig jaar (en ook in eerdere jaren) al voor een groot deel uit de begroting geperst en we hebben daarnaast stevig aan de inkomstenknoppen gedraaid.
Ook konden we vorig jaar nog een groot aantal begrotingsposten plaatsen op de ‘lijst van niet-ombuigen’.

Wat we hiermee willen zeggen, is dat we het dit jaar niet meer gaan redden met relatief pijnloze ingrepen. Er zullen scherper dan voorheen keuzes gemaakt moeten worden en die zullen we in het gemeentehuis, maar meer nog daarbuiten gaan voelen. Inwoners, instellingen en bedrijven zullen er door geraakt worden.

Een complicerende en verzwarende factor is de coronacrisis. In de jaarrekening hebben we al aandacht besteed aan mogelijke gevolgen hiervan voor de gemeentefinanciën. In welke mate daarnaast de Dalfser economie geraakt zal worden is niet te voorspellen; zeker is dat die onder deze crisis gaat lijden. En dat geldt in min of meer gelijke mate ook voor de sectoren sport, cultuur, het welzijnswerk, etc. In de sessie met uw raad op 20 mei hebben we door middel van het bespreken van scenario’s hier meer duidelijkheid in proberen te krijgen.
De impact van de coronacrisis  plaatst ons voor twee grote dilemma’s. De eerste is dat het met het oog op de grote tekorten onmogelijk is om de genoemde sectoren, als het gaat om bezuinigingen, buiten schot te laten. De tweede betreft vooral het lokale bedrijfsleven. Door de coronacrisis zijn opdrachten weggevallen en inkomsten gedaald, of zelfs geheel tot nul gereduceerd. Het bedrijfsleven kan daarom juist op dit moment wel extra opdrachten gebruiken, mede, of misschien wel juist van de kant van de overheid. Daartegenover staat de noodzaak van het beperken van de uitgaven door die overheid; bijvoorbeeld door de uitvoering van plannen op te schorten. Duivelse dilemma’s.

U zult hierin als gemeenteraad in samenspraak met ons college, knopen moeten doorhakken. Om u daarin te faciliteren en de dialoog hierover helder te kunnen voeren, willen wij u een aantal kaderstellende vragen meegeven, net zoals we dat ook vorige jaar hebben gedaan. Daarmee willen we in aanloop naar het opstellen van een sluitende meerjarenbegroting, duidelijk zien te krijgen waar volgens uw raad kansen en mogelijkheden liggen, maar ook wat de ‘no-go-areas’ zijn, waar we als college in de voorbereidingen voor de begroting weg van moeten blijven.
‘Kaderstellend’ wil zeggen dat we u geen concrete bezuinigingsvoorstellen voor gaan leggen. Echter, om te voorkomen dat de discussie te abstract gevoerd gaat worden, zullen we hier en daar wel voorbeelden noemen. Uiteindelijk zal dit bij de begrotingsvoorstellen tot een concrete invulling moeten komen.

Kaderstellende vragen

1. Aanwending reserves en vergroting risico’s

De gemeente Dalfsen heeft al lange tijd een gezonde financiële positie. Sinds jaar en dag laten de financiële ratio’s dit zien. Met andere woorden: wij zijn in staat om in ruime mate tegenvallers op te vangen.

Onze toezichthouder verplicht ons een structureel sluitende begroting voor te leggen. Dit wil zeggen, de begroting mag negatief zijn, zolang het laatste jaar (in dit geval 2024) maar positief sluit. Vanwege de tekorten van vorig jaar zal de meerjarenbegroting van dit jaar (2021-2024) ook in 2023 een positief saldo moeten laten zien (geen zogenaamd “schuivend” meerjarenperspectief). Een negatief saldo mag (incidenteel) opgevangen worden door de algemene reserve vrij besteedbaar. Dit heeft uiteraard effect op de financiële ratio’s. In welke mate bent u bereid risico’s te nemen en onder welke voorwaarden?

In uw overweging kunt u meenemen dat het opvangen van een negatief saldo door de algemene reserve tijd geeft om (eventueel pijnlijke) ingrepen goed te onderzoeken en door te voeren. Denk hierbij aan het niet meer, of in mindere mate, uitvoeren van niet-wettelijke taken of soberder uitvoeren van wettelijke taken.

Een berekening van de ratio weerstandsvermogen in de jaarrekening 2019 is met 5.9 uitstekend te noemen. Uitgaande van de nadelen in 2020, 2021 en verder zal deze snel dalen. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de gevolgen van de corona pandemie, maar ook niet met de opbrengsten van de grondexploitaties.

Een score tussen 1,0 – 1,4 kan op basis van de waarderingstabel zoals opgenomen in het ‘beleid risicomanagement en weerstandsvermogen gemeente Dalfsen’ als voldoende worden aangemerkt. Een score tussen 1,4 – 2,0 als ruim voldoende en groter dan 2,0 uitstekend. De gemeenteraad heeft in april 2020 het nieuwe risicomanagementbeleid vastgesteld en bepaald dat de ratio van 2 wordt gehandhaafd.

Bent u bereid om het weerstandsvermogen zo nodig stapsgewijze terug te brengen naar een ratio van 2,0?

2. Maatschappelijke effecten van bezuinigingen

In de inleiding is reeds aangegeven dat de coronacrisis grote gevolgen heeft voor veel bedrijven en instellingen. Bij instellingen zullen bezuinigingen door de coronacrisis extra hard aankomen en mogelijk ook leiden tot ontslagen. Bedrijven hebben de behoefte om het wegvallen van (een deel van) de vraag uit de markt gecompenseerd te zien door opdrachten van de gemeente. Daarbij zal het vasthouden aan planvorming voor (bouw)projecten, of zelfs het naar voren halen daarvan, kunnen bijdragen aan een verlichting van de financiële druk en mogelijk aan het behoud van werkgelegenheid.
Het is hierbij de vraag of we de ‘markt’ zijn werk moeten laten doen en de verantwoordelijkheid uitsluitend bij werkgevers moeten laten liggen; of dat we als lokale overheid de economie moeten stimuleren, desnoods ten koste van onze financiële positie.

Vindt u dat het stimuleren van de economie door nu (extra) te investeren ten koste mag gaan van onze financiële (reserve)positie? En ziet u hierin een verantwoordelijkheid voor de gemeente?

Bent u van mening dat het college moet onderzoeken of we plannen van particulieren en bedrijven procedureel kunnen versnellen en onze eigen plannen naar voren kunnen halen?

3. Bijstellen ambities

Uw raad kan er ook voor kiezen om niet de bestrijding van maatschappelijke effecten prioriteit te geven, maar allereerst het huishoudboekje op orde te brengen en geen grote risico’s te nemen door een substantiële verlaging van het weerstandsvermogen. In dat geval valt er niet te ontkomen om de ambities en daarmee samenhangende plannen kritisch tegen het licht te houden.
Er zal dan juist moeten worden overwogen om plannen en projecten te schrappen, uit te stellen of op een ander niveau uit te voeren.

Dat geldt dan bijvoorbeeld voor het centrumplan Dalfsen en het kanaalplan Lemelerveld. Uitvoering van deze plannen brengen afschrijvingslasten met zich mee die een stevig beslag op de financiën leggen. Het (voorlopig) achterwege laten van investeringen betekent dat onze reservepositie op een niveau blijft waarmee klappen opgevangen kunnen worden.

Overigens is in de begroting 2020-2024 momenteel ook een stelpost ingrepen Rijk / ambitie Raad opgenomen voor een bedrag van ruim € 400.000 voor 2021, voor 2022 € 590.000 en 2023 en 2024 € 500.000. U kunt overwegen om deze stelpost (deels) in te zetten om het tekort te beperken.

Mogen grote projecten worden stilgelegd en uitgesteld tot er financieel gezien betere tijden aanbreken?

Is het voor u bespreekbaar om de stelpost ‘Ingrepen Rijk en ambities Raad’ te laten vervallen?

4. Bestaand beleid

Het op orde krijgen van de meerjarenbegroting is onmogelijk zonder in te grijpen in het bestaand beleid. Vorig jaar zijn we in de bezuinigingsoperatie nog op een ‘lijst met niet-ombuigen’ uitgekomen. Maar gezien de ernst van de situatie is het de vraag of de begrotingsposten die we vorig jaar nog konden ontzien, ook nu nog buiten schot kunnen blijven.

In het najaar 2018 heeft het college een interne scan laten uitvoeren naar het gehele takenpakket van de gemeente om inzicht te krijgen of taken al dan niet wettelijk zijn opgelegd en op welk niveau taken worden uitgevoerd (minimaal dan wel met een plus). Eind maart 2019 is aan uw raad via het RIS de ‘Rapportage interne scan gemeente Dalfsen’ aangeboden. Uit deze scan blijkt dat verschillende niet-wettelijke taken en wettelijke taken met een plus worden uitgevoerd. De raad kan overwegen bepaalde taken niet meer uit te voeren dan wel de ambities bij te stellen.

Vorig jaar is voornamelijk gekeken naar de niet wettelijke taken en wettelijke taken met een plus. Voor de komende begroting willen we ons focussen op onze wettelijke taken en de inhoudelijke onderbouwing van de bijbehorende budgetten. Wat moeten we doen? Wat is noodzakelijk? Welk beleid ligt hieraan ten grondslag en kan dat gewijzigd/verminderd worden? Mocht blijken dat taken komen te vervallen, dan vervallen ook de daarbij behorende personeelskosten.

Alvorens dit uit te gaan werken is het voor het college belangrijk om (nog afgezien van de hierna volgende punten) te weten of er voor uw raad ‘no-go-areas’ zijn. Welke begrotingsposten vindt u op voorhand uitgesloten van bezuinigingen? En zijn daarin de prioriteiten uit de kleurrijke kubus leidend? (1. Klimaat en duurzaamheid; 2. Transformatie in het sociaal domein; 3. Armoede; 4.Omgevingswet; 5. Wonen; 6. Verkeersveiligheid).

Zijn er voor u ‘no-go-areas’ als het gaat om bezuinigingen?

5. Sociaal domein

De  Perspectiefnota laat zien dat er sprake is van een grote opgave voor wat betreft de uitgaven binnen het sociaal domein, o.a. als gevolg van open-eindregelingen en demografische ontwikkelingen. Dit geldt voor het onderdeel jeugd, maar ook voor de Wmo en Participatiewet.
Met de uitvoering van het projectplan ‘Grip op Sociaal domein’ willen we maatregelen treffen om de stijgende kosten in de hand te houden en zo mogelijk terug te dringen. De tekorten binnen het sociaal domein zijn echter dermate groot dat het de vraag wordt of we niet ook zullen moeten tornen aan de kwaliteit van zorgvoorzieningen. Gaan we wachtlijsten in de jeugdzorg toestaan? Worden we strenger aan de poort? Kan de armoedebestrijding niet wat minder? Wilt u blijven investeren in preventie, kunnen de uitgaven op dit gebied omlaag of juist niet?

Hoe staat u tegenover bezuinigingen binnen het sociaal domein?

6. Voorzieningen

Zoals gezegd zullen we de gehele begroting langslopen om bezuinigingsmogelijkheden in beeld te brengen. Het zou daarbij een optie kunnen zijn om enkele grote klappen te maken door te bezuinigen op kostbare fysieke voorzieningen, zoals kulturhuzen en zwembaden. Aangezien de kulturhuzen per kern een groot aantal instellingen en activiteiten huisvesten en daarmee ook het hart van het sociale en culturele leven vormen, is het schrappen daarvan in de ogen van het college een onbegaanbare weg. Dat betekent overigens niet dat er niet op bezuinigd kan worden.
Bij zwembaden ligt dat anders. Hoewel het bezoekersaantal soms groot kan zijn, zijn zij voor de sociale cohesie van minder belang dan de kulturhuzen.
Het sluiten van een van de twee of zelfs beide zwembaden zou een substantiële bijdrage kunnen leveren aan het sluitend krijgen van de begroting. Naast het opheffen, kan ook worden gedacht aan privatisering en/of het voortzetten als vrijwilligersorganisatie.

Is voor u het sluiten dan wel privatiseren van één of beide zwembaden het onderzoeken waard?

7. Hondenbelasting

In de inleiding is al het één en ander geschreven over de motie hondenbelasting. Het afschaffen van de hondenbelasting heeft met name gevolgen voor de inkomstenkant. Indien gewenst kan er dekking gevonden in het verhogen van de O.Z.B. of in het inzetten van de stelpost Ambities raad.

Moet de hondenbelasting afgeschaft worden? En zo ja, waar voorziet u de benodigde dekking?

8. Verhoging inkomsten

Op onze grootste inkomstenpost, de algemene uitkering, kunnen wij geen invloed uitoefenen. Een tegenvallende circulaire hoort ook nu weer tot de mogelijkheden en de herverdeling van het gemeentefonds (die is uitgesteld, maar de komende jaren opnieuw wordt geagendeerd) lijkt voor de plattelandsgemeenten niet goed uit te gaan pakken.
De tweede grootste inkomstenbron, de onroerend zaak belasting is wel beïnvloedbaar. Bij de operatie van vorig jaar heeft de verhoging van de inkomsten uit de OZB in belangrijke mate bijgedragen aan het sluitend maken van de begroting. U kunt er opnieuw voor kiezen om meer inkomsten te genereren door een OZB-verhoging en/of te kijken naar aanvullend te heffen of te verhogen belastingen.

Is voor u een verdere verhoging van de gemeentelijke belastingen, waaronder de OZB, bespreekbaar?

Op dit moment vindt een onderzoek naar kostendekkendheid van tarieven plaats. De uitkomsten hiervan zullen worden verwerkt bij de begroting.

9. Overige suggesties

Er is al aangegeven dat we alle posten uit de begroting tegen het licht zullen houden en een aantal specifieke posten hebben we in het voorgaande benoemd. Mogelijk dat u los van deze discussiepunten specifieke zaken naar voren wilt brengen waar volgens u extra aandacht op gevestigd mag worden.

Heeft u specifieke suggesties voor bezuinigingen?

Deze pagina is gebouwd op 05/14/2020 12:38:54 met de export van 05/14/2020 12:37:27