Waar willen we als gemeente Dalfsen naar toe?
Ons college heeft met de gedachte gespeeld om, in navolging van veel andere gemeenten, dit jaar geen perspectiefnota aan uw raad voor te leggen. De omstandigheden waarin we door het coronavirus terecht zijn gekomen brengen zoveel onzekerheid met zich mee, zowel voor de korte, maar zeker ook voor de lange termijn, dat het richting geven aan de hoofdlijnen van het strategisch beleid iets weg krijgt van het navigeren in de mist. De impact die de maatregelen om het coronavirus te bestrijden gaan hebben op de economie is niet bekend; de enige zekerheid die we hebben is dat die impact enorm zal zijn. En we hebben het dan niet alleen over abstracte macro-economische cijfers. Er is al veel geschreven over de onzekerheid en het leed dat de crisis met zich meebrengt voor mensen van vlees en bloed. ZZP-ers die van de ene dag op de andere hun inkomen zien vervliegen; de horecabedrijven die hun deuren hebben moeten sluiten; grote en kleine bedrijven die mensen hebben ontslagen; de vrijetijdseconomie die volledig op zijn gat is komen liggen; boeren en tuinders die hun afzetmarkten weg zien vallen; etc. We gaan dat hier niet herhalen, maar achter al die verhalen zitten individuen en gezinnen; ook in Dalfsen.
Misschien is het juist nu wel belangrijk om een perspectiefnota uit te brengen. Niet omdat dat tot op bedrijfsniveau en voor individuele inwoners concrete handvaten voor herstel biedt; maar wel omdat we hiermee duidelijk kunnen maken dat het belangrijk is om voor de komende jaren plannen te blijven maken en die tot uitvoering te brengen. Daarmee kunnen we als gemeente een impuls bieden voor economische activiteit. Dus geen plannen voor ons uitschuiven, maar juist nu realiseren. Dat vraagt dat de politieke en bestuurlijke besluitvorming onverminderd voortgang vindt en dat de ambtelijke organisatie op volle toeren blijft draaien.
U mag er als gemeenteraad op rekenen dat ons college dit als insteek zal kiezen. We zeggen daarmee beslist niet dat het gemakkelijk zal worden. Want naast de coronacrisis lagen en liggen er ook nog andere uitdagingen. De (financiële) problemen binnen het sociaal domein zijn nog verre van opgelost. Voor wat betreft de energietransitie staan we nog pas aan het begin en datzelfde geldt voor het vraagstuk van de klimaatadaptatie en biodiversiteit. En ook de louter Dalfser aangelegenheden, zoals het Centrumplan vragen om aandacht en inzet. De neiging zou kunnen bestaan om deze ontwikkelingen voorlopig ‘on hold’ te zetten. Dat is niet de keuze van het college en wij stellen u dat om eerder genoemde redenen ook niet voor.
Een andere reden dat onze opgave naar de komende jaren geen gemakkelijke is, betreft onze financiële situatie. Die heeft twee gezichten.
De cijfers in de jaarrekening 2019, die van de beperkte bestuursrapportage die u in deze nota aantreft, en die van het meerjarenperspectief, laten op z’n zachtst gezegd een somber beeld zien. De tabellen hieronder brengen dat duidelijk in beeld. De impactanalyse van de coronacrisis, die we u eerder hebben toegezonden en hier niet gaan herhalen, zal dat beeld nog negatiever maken.
In onderstaande tabel de gevolgen voor het meerjarenperspectief en een tabel structurele financiële wijzigingen per programma. Daaronder de tabel met de stand van zaken 2020, per programma en totaal.
Tabel 1a : PPN 2021 - 2024
Financiële gevolgen Perspectiefnota 2021-2024 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
S.1 | Stand Begroting 2020-2023 structureel incl struct mutaties | -408.000 | 245.000 | 640.000 | 640.000 |
S.2 | Totaal Structurele financiële wijzigingen | -2.169.000 | -2.180.000 | -2.243.000 | -2.485.000 |
Totaal gevolgen mutaties Investeringsplan (hfst.4) | -6.000 | -9.000 | -14.000 | -121.000 | |
S.3 | Structureel saldo Perspectiefnota 2021-2024 | -2.583.000 | -1.944.000 | -1.617.000 | -1.966.000 |
I.1 | Stand Begroting 2020-2023 incidenteel | -229.000 | -8.000 | 75.000 | 0 |
I.2 | Totaal incidentele mutaties perspectief nota | -20.000 | -30.000 | -30.000 | 0 |
I.3 | Incidenteel saldo Perspectiefnota 2021-2024 | -249.000 | -38.000 | 45.000 | 0 |
Totaal saldo | -2.832.000 | -1.982.000 | -1.572.000 | -1.966.000 |
Tabel 1b: Structurele financiële wijzigingen per programma
Structurele financiële wijzigingen per programma | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
Totaal programma 1. Bestuur, onderst. Alg.Dekkingsmid. | -279.000 | -291.000 | -326.000 | -541.000 | |
Totaal programma 2. Openbare orde en veiligheid | -22.000 | -23.000 | -23.000 | -24.000 | |
Totaal programma 3. Beheer openbare ruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Totaal programma 4. Economische zaken | -5.000 | -5.000 | -5.000 | -5.000 | |
Totaal programma 5. Onderwijs en vrije tijd | -115.000 | -128.000 | -141.000 | -154.000 | |
Totaal programma 6. Inkomensondersteuning | -51.000 | -28.000 | -30.000 | -31.000 | |
Totaal programma 7. Sociaal domein | -1.615.000 | -1.617.000 | -1.620.000 | -1.622.000 | |
Totaal programma 8 Duurzaamheid en milieu | -57.000 | -63.000 | -73.000 | -83.000 | |
Totaal programma 9. Ruimtelijke ordening en volkshuisv. | -25.000 | -25.000 | -25.000 | -25.000 | |
S.2 | Totaal Structurele financiële wijzigingen | -2.169.000 | -2.180.000 | -2.243.000 | -2.485.000 |
Tabel 2a : 1e bestuursrapportage 2020
(bedragen in euro's, waarbij (-) is een nadeel)
Mutatie | Mutatie | Mutatie | ||
Taakveld en Omschrijving | Lasten | Baten | Reserves | Saldo |
Totaal programma 1. Bestuur | -454.000 | -9.000 | 426.000 | -37.000 |
Totaal programma 2. Openbare orde en veiligheid | 0 | 46.000 | 0 | 46.000 |
Totaal programma 3. Beheer openbare ruimte | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal programma 4. Economische zaken | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal programma 5. Onderwijs en vrije tijd | -86.000 | 0 | 0 | -86.000 |
Totaal programma 6. Inkomensondersteuning | -549.000 | 499.000 | 0 | -50.000 |
Totaal programma 7. Sociaal Domein | -1.808.500 | 197.000 | 0 | -1.611.500 |
Totaal programma 8. Duurzaamheid en milieu | -569.000 | 525.000 | 0 | -44.000 |
Totaal programma 9. Ruimtelijke ontwikkeling en VHV | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal 1e bestuursrapportage 2020 | -3.466.500 | 1.258.000 | 426.000 | -1.782.500 |
Tabel 2b: Effecten voor de begroting 2020
(bedragen in euro's, waarbij (-) is een nadeel)
Stand begrotingssaldo 2020 | |
Stand begroting primair (incl begr wijz 1 t/m 4) | -1.424.199 |
Verwerking meicirculaire 2020 (volgt separaat bij PPN) | 0 |
Stand begroting 2020 VOOR 1e bestuursrapportage 2020 | -1.424.199 |
Totaal budgetaanpassingen eerste bestuursrapportage 2020 | -1.782.500 |
Stand begroting 2020 NA eerste bestuursrapportage 2020 | -3.206.699 |
Dat beeld kennen we ook nog van vorig jaar. Ook toen lag er de opdracht om een groot tekort in de meerjarenbegroting te dekken. Dat is gelukt, onder andere door een verhoging van de lasten voor onze inwoners. Nu we opnieuw voor zo’n opgave staan wordt de opgave lastiger. We denken in de eerste plaats niet aan lastenverzwaring, tenzij we er met andere maatregelen in zijn geheel niet uitkomen. De inflatieverhoging en de uitkomsten van het uit te voeren kostendekkendheidsonderzoek worden uiteraard wel meegenomen.
We zullen daartegenover wel hard in moeten zetten op de beperkingen van uitgaven binnen het sociaal domein (voor zover redelijk en verantwoord ook met concrete taakstellingen), op het onderzoek naar het al genoemde kostendekkendheidsvraagstuk, en op de vraag of we alle stelposten (zoals die voor nader in te vullen ambities vanuit de gemeenteraad) in de begroting kunnen blijven handhaven. En ook daarmee zullen we het niet redden. We houden de lijst met niet uitgevoerde ombuigingen van vorig jaar opnieuw kritisch tegen het licht en zullen de financiële gevolgen daarvan betrekken bij de begroting; en het spreekt vanzelf dat bezuinigingen die daar nu wel uit voort zullen vloeien, pijn zullen doen.
Bij de begrotingbehandeling van vorig jaar zijn er drie moties aangenomen. De stand van zaken van deze moties is als volgt:
Motie Hondenbelasting
In het onderzoek hondenbelasting is antwoord gegeven op de vragen die tijdens de motie gesteld zijn. Het onderzoek gaat in op de mogelijkheden om de hondenbelasting af te schaffen. Ook laat het de financiële gevolgen zien als de hondenbelasting wordt afgeschaft. Het heeft vooral gevolgen voor de opbrengsten die uit de hondenbelasting komen. Aan de kostenkant heeft het een gering effect. In het onderzoek zijn een tweetal mogelijkheden uitgewerkt om de opbrengsten van hondenbelasting op een andere manier te dekken. Deze mogelijkheden zijn het verhogen van de OZB, dan wel het inzetten van de stelpost Ambities raad.
Motie Grip op Sociaal Domein
Om grip te krijgen op blijvend stijgende kosten in het Sociaal Domein is het project Grip op Sociaal Domein opgestart. Hoofddoel is grip te krijgen op de kostenontwikkeling voor zowel de Wmo, Jeugd als Participatiewet, door inzicht te krijgen in de oorzaak van de stijgende kosten, prognoses te maken om de kosten in de toekomst voorspelbaar te houden en inzicht te krijgen in de reikwijdte van de wettelijke kaders om uiteindelijk scenario’s/ maatregelen te ontwikkelen gericht op het terugdringen (beheersbaar houden van) de stijging. In het kader van 'Grip op Sociaal Domein' is een maatregelenpakket samengesteld, waarbij gestuurd wordt op de volgende doelen:
- versterking van (financiële) beheersing en sturing;
- transformatie in processen en uitvoering;
- transformatie van aanbod en inhoud.
Bij de ontwikkelingen en opgaven van programma 7 vindt u meer informatie. De taakstellingen voor participatie en WMO zijn meegenomen in de financiële mutaties van respectievelijk programma 6 en 7.
Motie Niet ombuigingen
De eenheden hebben deze lijst nog eens goed tegen het licht gehouden. Verder onderzoek naar deze posten is nog nodig, omdat deze bezuinigingen niet van de ene op de andere dag gerealiseerd kunnen worden. De financiële gevolgen zullen daarom meegenomen worden in de begroting 2021-2024.
Onderzoek kostendekkendheid
Het onderzoek kostendekkendheid is gestart, echter vanwege de corona pandemie heeft deze vertraging opgelopen. De financiële gevolgen zullen daarom meegenomen worden in de begroting 2021-2024.
De huidige onzekere situatie maakt dat we er voor gekozen hebben onze aandacht te richten op het meerjarenperspectief, dus op 2021-2024. De uitvoering van de begroting 2020 laat inmiddels zoveel onzekerheden zien dat we het niet zinvol vinden een eerste bestuursrapportage over 2020 uit te brengen in de gebruikelijke vorm. We hebben de ontwikkelingen in 2020, zoals die in de jaarrekening 2019 bleken en overigens ook in de eerste drie maanden van 2020 zichtbaar werden, in een aantal substantiële onderdelen samengevat en (zoals eerder gezegd) als een hoofdstuk "Financiële mutaties 2020" in deze perspectiefnota opgenomen.
De opdracht die er nu ligt, een sluitende begroting met ingang van 2023 of zoveel eerder als mogelijk is inmiddels uitgezet binnen de ambtelijke organisatie. Om de raad de gelegenheid te geven kaders mee te geven in de bezuinigingstaakstelling, hebben wij evenals vorig jaar een aantal vragen geformuleerd in de paragraaf denkrichtingen. Wij roepen de raad op deze te beantwoorden in zijn algemene beschouwingen bij de perspectiefnota.
We hadden het over de twee gezichten van de financiële situatie en hebben het tot nog toe met name gehad over het zorgelijke gezicht. Daar staat tegenover dat er al decennia lang een rode draad door al onze financiële documenten loopt, die laat zien dat Dalfsen beschikt over een zeer sterke weerstandspositie die zijn gelijke nauwelijks kent. Populair gezegd kunnen we dus tegen een stootje en precies dat komt ons nu goed uit. Van een degelijk structureel financieel beleid, aangevuld met significante opbrengsten uit grondverkopen, kunnen we nu de vruchten plukken. Dat deden we al door een miljoen euro vrij te maken voor de bestrijding van de corona gevolgen met een noodfonds en kunnen dat opnieuw doen om de ombuigingspijn te verzachten.
We doen dat uiteraard in de wetenschap dat we hier niet uit kunnen blijven putten en in het bewustzijn dat de voeding van onze reserves ook niet oneindig zal zijn.
Met de coronacrisis en het gure financiële weer, zouden we bijna vergeten dat er nog andere vraagstukken zijn. Veel daarvan krijgen in deze perspectiefnota aandacht.
Die vraagstukken zullen we, nadat begin dit jaar onze nieuwe missie en visie het levenslicht heeft gezien, ook in dat licht gaan beschouwen; te beginnen met de omgevingsvisie. We hebben vorig jaar kunnen ervaren hoe mooi en inspirerend het is om samen met inwoners, instellingen en bedrijven aan een gezamenlijk doel te werken en vanuit het gevoel van noaberschap een sterke gemeenschap te vormen.Het is ons stellige voornemen om samen met u als raad verder te gaan op het pad van bestuurlijke vernieuwing en participatie en hier juist in een tijd van crisis handen en voeten aan te geven.