Beleidsveld 5.1 Cultuur
Beleidsnota kunst- en cultuur
De huidige beleidsnota kunst- en cultuur kent een looptijd tot en met 2020. In oktober 2020 wordt de nieuwe beleidsnota kunst- en cultuur ter vaststelling aangeboden. Naast evaluatie van de huidige beleidsnota worden hierin de hoofdlijnen en ambities voor de komende beleidsperiode geschetst.
Een belangrijk onderdeel van het nieuwe beleidsplan is de verbinding met het sociaal domein. Cultuur wordt ingezet als middel om andere doelstellingen te behalen. Er zijn ambities om de inzet van cultuureducatie verder te borgen. Ook wordt gekeken hoe de uitkomsten en ontwikkelingen van het project DNA van Dalfsen geborgd kunnen worden. De financiële consequenties van het beleid worden in de nota zelf geschetst. Hierbij rekening houdend met de vraag van de gemeenteraad om sober beleid.
Beleidsveld 5.2 Kulturhusen
Kulturhusen
Op dit moment lopen er verschillende onderzoeken bij de Kulturhusen. Bij de Trefkoele + werken we momenteel een scenario uit op basis van de evaluatie. Deze evaluatie heeft ook een ontwikkelmeter opgeleverd die we in de toekomst willen gaan gebruiken voor alle Kulturhusen. De Kulturhusen zijn een middel om verschillende doelen te realiseren. Met de ontwikkelmeter krijgen we meer inzicht in de bijdrage van de Kulturhusen aan de doelstellingen.
Verder wordt er onderzoek gedaan naar de overdracht van de Mozaïek en het verplaatsen van het consultatiebureau naar de Mozaïek. Eventuele verplaatsing van het consultatiebureau wordt in samenhang met besluitvorming over de servicepunten en infopunten aan de raad voorgelegd. Bij de Spil loopt een onderzoek in hoeverre er noodzaak bestaat tot reserveren. Bij de Wiekelaar wordt gekeken naar financiering in de toekomst omdat de Wiekelaar een structureel tekort op de jaarrekening heeft. De uitkomsten van deze onderzoeken verwachten wij in de loop van 2020. Eventuele gevolgen voor de bijdragen van de gemeente aan de kulturhusen zijn nu nog niet duidelijk.
Beleidsveld 5.3 Onderwijs
Peuteropvang en VVE
Om uitvoering te kunnen geven aan de wettelijke urenuitbreiding van VVE (van 10 tot 16 uur per week), worden in de eerste helft van 2020 nieuwe beleidsregels opgesteld. Hiervoor is eerder extra budget uitgetrokken bij de PPN van 2019.
Hoewel in 2019 het aantal kinderen dat gebruik maakte van gesubsidieerde peuteropvang terugliep door een toename van het aantal werkenden / tweeverdieners, verwachten wij voor 2021 en verder weer een toename vanwege de coronacrisis.
Verkenning Integrale kindcentra/preventieve jeugdhulp
In 2020 vindt een verkenning plaats per kern naar de gewenste ontwikkelingen in het onderwijs. Dit komt voort uit de Visie op integrale kindcentra (IKC). De verkenning heeft enerzijds tot doel om inhoudelijke ontwikkelingen in het onderwijs en preventief aanbod voor de jeugd op elkaar af te stemmen. Anderzijds om de benodigde randvoorwaarden hiervoor (organisatie, huisvesting), op elkaar af te stemmen en tot uitvoering te brengen.
Versterking van het preventief of ondersteunend aanbod in of aansluitend op het onderwijs kan (op termijn) tevens een positief effect hebben op de kostenbeheersing van de geïndiceerde jeugdhulp.
De verkenning leidt tot een inhoudelijk uitvoeringsprogramma voor 2021 en verder .
Op dit moment is niet aan te geven tot welke kosten het uitvoeringsprogramma zal leiden en welk deel daarvan voor rekening van de gemeente zal komen.
Onderwijshuisvesting
Er zijn diverse ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op onderwijshuisvesting. Deze zijn deels afhankelijk van beleidskeuzes, zie bijvoorbeeld verkenning Integrale kindcentra/preventieve jeugdhulp. Daarnaast kunnen er aanvragen komen in relatie tot de Verordening onderwijshuisvesting, zoals als gevolg van de groei van het aantal leerlingen. Rekening moet worden gehouden met een groeiend aantal leerlingen bij enkele scholen, zoals het Agnieten college, die mogelijk kunnen leiden tot een aanvraag uitbreiding onderwijshuisvesting en/of eerste inrichting. Eventuele financiële consequenties zijn nog niet aan te geven.
Ontwikkeling (kosten) leerlingenvervoer
Bij leerlingenvervoer spelen twee ontwikkelingen. Ten eerste een toename van de kosten. De kosten van het leerlingenvervoer worden met name bepaald door de kosten van het aangepast vervoer en zijn fors toegenomen na de aanbesteding in 2019. Hierover valt meer te lezen in het onderdeel financiële mutaties van deze nota.
Ten tweede de toename van het aantal kinderen dat gebruik maakt van het leerlingenvervoer. Deze toename heeft o.a. te maken met verhuizingen waarbij gezinnen in de gemeente zijn komen wonen met kinderen aangewezen op speciaal (basis)onderwijs. Daarnaast dienen ouders eerder een aanvraag in als de afstand tot school meer dan 6 kilometer is en het onderwijs voor kinderen met een andere moedertaal dan het Nederlands in Obs. de Tweemaster is komen te vervallen. Hoewel er een toename is van het aantal kinderen dat gebruik maakt van het leerlingenvervoer. Is er een afname van het aantal kinderen in het aangepast vervoer van circa 135 naar 125. Het zelfstandig reizen wordt gestimuleerd en beloond. Er is met name ingezet op fietsen naar school. Met de komst van de fietsregeling gaan er zo'n 50 kinderen, een toename van 30, met de fiets naar school in plaats van met het aangepast vervoer.
In Q2 van 2020 worden de beleidsregels leerlingenvervoer geëvalueerd en gaan wij nader in op het huidige leerlingenbestand, de toename van aantallen, de kostenontwikkeling en overige ontwikkelingen. Ook bekijken we nogmaals naar de (uitvoerbare) mogelijkheden om de kosten van leerlingenvervoer terug te brengen.
Beleidsveld 5.4 Recreatie en toerisme
Bijdrage gebiedsdoelen Ruimte voor de Vecht/Sport en Spelen - onderdeel Regiodeal
Via de netwerksamenwerking, met 13 gebiedspartners, van Ruimte voor de Vecht is een pakket aan mogelijke ontwikkelingen ingebracht voor de Regiodeal van de Regio Zwolle met het Rijk. Voor de totale aanvraag van de Regio Zwolle van ca 39 miljoen heeft het Rijk ca 22 miljoen euro gereserveerd. Dat is minder dan is aangevraagd. Het is dan ook de vraag of er middelen beschikbaar komen en hoeveel. Dat is op dit moment nog niet met zekerheid te zeggen.
Onderdelen van de ingediende Regiodeal projecten zijn diverse projecten op het gebied van recreatie en toerisme, zoals het benutten van de vaarrecreatie mogelijkheden op de Vecht, en de promotie van de gedane investeringen langs de Vecht. Maar ook toekomstbestendige (klimaatadaptieve) landbouw, onderzoeken naar zwemmogelijkheden in de Vecht, sporten en spelen. Projecten die nog verder uitgewerkt moeten worden. Voor de precieze invulling van deze Regiodeal projecten komen we met een separaat raadsvoorstel bij u terug.
Hierbij geldt het multiplier effect van vermeerdering van dit bedrag door waterschap, provincie en het rijk. Ook wordt er binnen dit kader door het waterschap geïnvesteerd in verbetering van een natuurlijke vispassage bij de stuw Vilsteren, waarbij geen bijdrage vanuit de gemeente gevraagd is. De voorlopig geraamde bijdrage vanuit de netwerksamenwerking Ruimte voor de Vecht betreft voor Dalfsen € 160.000 met een bijdrage vanuit de regiodeal van € 80.000 tot en met 2023 (looptijd Regiodeal). Voorgesteld wordt onze eigen inzet te dekken uit de algemene reserve vrij besteedbaar.
Visie Vechtdal
In het najaar van 2020 is de Visie Vechtdal voor de Vechtdalgemeenten gereed met een uitvoerings- programma voor de jaren 2020 tot en met 2023.
Als gezamenlijke partners van het Vechtdal hebben we ambities. We willen voortbouwen op wat nu onze kracht is. Het beleefbaar landschap, de verbindende Vecht en de persoonlijke gastvrijheid, zorgzaam en gezond, vormen de basis om het aanbod verder te verbreden en de identiteit van het gebied nog verder te versterken. We proberen de huidige bezoekers vast te houden en de bezoekers van morgen aan te trekken, door rekening te houden met de trends en ontwikkelingen van vandaag. En we willen dat de vrijetijdseconomie bijdraagt aan een brede regionale versterking. Voor het uitvoeringsprogramma wordt waar mogelijk aangehaakt bij het provinciaal beleidsprogramma Gastvrij Overijssel 2.0.
Beleidsveld 5.5 Sport
Vervanging gemeentelijke sportvelden
Duidelijk is dat de komende jaren vervanging van de gemeentelijke (kunstgras) sportvelden en het semi-waterveld noodzakelijk is. Hierbij is de verwachting dat de eerste drie velden in 2023 en de overige velden in 2024 vervangen moeten worden. In Q2-2020 vindt een eerste verkenning naar toekomstige vervanging sportvelden plaats, waarbij gerichter gekeken gaat worden naar de kwaliteit van de te vervangen velden, inclusief de nog te verwachten levensduur. Ook betrekken we hierbij de ontwikkelingen rondom rubbergranulaat, wet- en regelgeving en mogelijke alternatieven, zoals een hybridesportveld. In de gemeentebegroting is tot op heden geen rekening gehouden met vervanging van deze velden. De geschatte investeringen hiervoor zijn resp. voor het jaar 2023 : € 1.218.000 en voor het jaar 2024: € 1.271.000. De investeringen worden meegenomen in het investeringsplan. De jaarlijkse afschrijvingslasten (maw de druk op de exploitatie) bedraagt in 2024 afgerond € 81.000 en vanaf 2025 afgerond € 166.000.
Keuring van enkele velden heeft plaatsgevonden. Hieruit blijkt dat toekomstige vervanging mogelijk een jaar eerder moet plaatsvinden.